Oordelen versus onderscheid maken

Oordelen versus onderscheid maken Oordelen versus onderscheid maken. Er is een verschil tussen oordelen en een onderscheid maken, hoewel een onderscheid maken heel gemakkelijk kan leiden tot oordelen en veroordelen.
Als je een onderscheid maakt treedt de wet van aantrekking in werking die ons laat weten of iets ons al dan niet aantrekt.
Met een oordeel plak je een etiket of een label op iets: het is goed of fout.
Onderscheidingsvermogen is meer van verstandelijke aard, terwijl een oordeel geven een subjectief gegeven is en werkt volgens de wet van de aantrekkingskracht. Bijvoorbeeld: ik voel me aangetrokken tot die persoon, maar niet tot de andere persoon.
Als je onderscheidend bezig bent, zeg je eerlijk tegen jezelf hoe je je in de nabijheid van iemand of een situatie voelt. Je rationaliseert die gevoelens niet. Je verzwakt noch versterkt je gevoelens. Je luistert ernaar en geeft op basis van je onderscheidingsvermogen ruimte aan wat je voelt.
Hoe gemakkelijk laten we ons niet verleiden door dan een etiket te kleven vanuit het willen verklaren waarom je tot die persoon voelt aangetrokken en je bij iemand anders het tegenovergestelde voelt. We kleven al snel het etiket: die persoon is aardig en leuk en de ander is niet sympathiek, vervelend, egoïstisch enz. En dat is oordelen en van het oordelen een waarheid maken.
In het contact met elkaar kunnen we ons laten beïnvloeden door ervaringen van andere mensen. We kunnen ook weer anderen beïnvloeden door oordelen, nog voordat de ander een kans heeft gekregen.
Het grootste gif onder het mensdom is nog niet het onderscheid te kunnen maken in het onderscheiden van wat je voelt vanuit jezelf en het oordelen over iemand of een situatie.
Oordelen kan zich verder uitbreiden tot veroordelen, roddelen, discrimineren, pesterijen en stalken. Dit zijn schadelijke gevolgen, zowel voor zichzelf als voor andere mensen. De kunst is afstand te nemen. Want de ene keer gaat het over X en de volgende keer misschien wel over Y(ou).

De redder
Je bent er altijd voor de ander, je bent een gever, je cijfert jezelf helemaal weg, kortom. Eigenlijk voel je je nu op een punt dat je je leeg voelt. Ongelukkig. Er is geen balans in je relatie(s). Je hebt tot nu toe meer gegeven dan je openstond om te ontvangen. Je voelt je een slachtoffer en uitgebuit door iedereen door wie je je niet gewaardeerd voelt. Hoeveel je ook hebt gegeven, je hebt niet op een gelijkwaardige manier ontvangen.
Als er al eens iemand was die je wél iets wou geven, en dit hoeft niets materieel te zijn, dan heb je het vermoedelijk afgewimpeld. Omdat je liever geeft dan krijgt. Ergens zit er een eerste laag onder om controle te houden. Als jij geeft, heb je ook controle over een situatie, een persoon.
Daaronder ligt nog een laag: je verlangt liefde, erkenning, een invulling van een onvervuld verlangen ten koste van jezelf, waardering, geruststelling.
Daaronder ligt nog een andere laag: de spiegel. Anderen zijn een spiegel om jou te laten zien of jij waardevol bent, goed genoeg bent en als de anderen gelukkig en blij zijn, ben jij het ook. In het andere geval, ben je het niet.
Wat er in deze interactie gebeurt is, dat je je onbewust liet bepalen door anderen en heb je jouw kracht uit handen gegeven.
Hieronder zit nog een andere laag: condtionering.
Al die stemmetjes die je wellicht hebt aangenomen over jezelf hebben je vastgezet in de rol van gever. Hieruit heb je geleerd onmisbaar te worden voor anderen, anderen te redden en kan je niet anders dan ervaren dat je in je rol van slachtoffer en martelaar bent terechtgekomen.
Hoe zou het zijn als je de wortel van dit patroon aanpakt? Je weet vanwaar dit patroon komt, maar nu gaat het erover de energie die het knooppunt is van herhaling op herhaling los te maken.

Warme groet
Mieke